Nederland verstedelijkt en prettig en gezond wonen in de stad wordt steeds belangrijker. Er wordt nu hard gewerkt om de leefbaarheid in steden te verbeteren. Denk aan het verlagen van de hitte stress, revitaliseren van oude wijken en diverse oplossingen om duurzamer te kunnen wonen. Dit zijn oplossingen voor nu, maar hoe zien de stedelijke gebieden er in 2100 uit? Het ‘nieuwe urbanisme’ moet de komende jaren zijn intrede doen willen we aan alle opgaven nog kunnen werken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan geclusterde stedenbouw in het groen. Centrale plaatsen zodat reisafstanden verkort worden, slimme transportoplossingen en een mix van wonen, werken en recreatie.

Hoe werken en wonen we in 2100?
Water en natuur zullen in 2100 steeds meer de overhand krijgen. De ‘urban footprint’ die we hebben (met name in de buitenwijken) is enorm groot. We willen allemaal groter wonen en een met schutting omheinde tuin. Wooneenheden met diverse voorzieningen op loopafstand kan deze footprint omlaag brengen. Gebouwen zullen klimaatproof zijn. Zo zijn ze bestand tegen overstromingen maar bieden ze ook slimme oplossingen tegen warmte en droogte.
Elke woning een eigen badkamer en keuken? Luxe, maar is dit wel toekomstbestendig… Een nieuwe intrede van het badhuis is een realistische oplossing. Tevens de plek om elkaar te ontmoeten en vanuit de individuele (en soms eenzame) samenleving het contact op te zoeken. ‘Noaberschap’, delen en leren van de mensen in je omgeving. Je denkt nu vast: “Maar dan kan ik nooit meer douchen wanneer ik wil!” Geen zorgen: je persoonlijke sensor zal je wel aangeven wanneer het tijd is om te douchen en een plekje voor je reserveren 😉

Leven naar de seizoenen en de locatie
Wellicht moeten we ook weer terug naar het werken en leven volgens de seizoenen. Zo kan bijvoorbeeld de winter de tijd zijn om te leren en nieuwe ideeën uit te werken, die dan in de zomer kunnen worden uitgevoerd. De dagen zijn in de zomer langer en we hebben dan ook vaak meer energie. Ook het eten van seizoensgebonden voedsel zal een enorme transportbesparing opleveren. We kopen lokaal wat op dat moment beschikbaar is.
Hiernaast keek men (heel) vroeger ook eerst naar de locatie waar men ging bouwen. Komt hier het water? Is het hier droog? Men paste zich dus aan aan de omgeving. Dit doen wij al lang niet meer. We leggen zeeën droog en zijn meters onder de zeespiegel gaan wonen. En zoals we allemaal weten blijft deze maar stijgen. Gaan we dijken tot in het oneindige blijven bouwen?

Dilemma’s
Het grote dilemma bij het nieuwe urbanisme is wat we doen met de huidige bebouwing. We kunnen niet als bij Sim City de kaart leegvegen en opnieuw beginnen. De transitie naar de stad van de toekomst zal daarom een van de lange termijn zijn. De toekomst vraagt meer dan een tegel uit je achtertuin en een regenton erin. Digitale transformaties en maatschappelijke opgaven zullen het leven in 2100 er drastisch anders uit laten zien.
Het vraagt van ons ook een heel andere manier van denken en doen. Digitale innovaties zullen ons helpen om stappen richting een veranderende toekomt te zetten. Nu al anticiperen op verandering zal het aanpassen makkelijker maken. Een antifragiele houding geeft veerkracht om de enorm snelle verandering aan te kunnen van wonen, werken en leven die niet te voorspellen is.
Deze blog is veel te kort om alle gedachtes over de stad van de toekomst uiteen te zetten, maar hopelijk zet het je aan het denken en geeft het een prikkel om eens anders te denken en anders te doen.


Ook interessant

Terug naar boven